Welkom op de website van Koninklijke Schaakkring Deurne
 
Bestuur
   
  Deze historiek werd door Robert Schuermans geschreven
ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan in 2008.
   
 

SCHAAKKRING DEURNE - 50  JAAR   :  een kleine historiek

In de jaren ’50 was het schaakspel eigenlijk op beperkte schaal verspreid in ons land.
De beoefening van het schaken in België in clubverband was vooral terug te vinden in de
grote steden Brussel, Antwerpen, Gent en Luik. 
In tegenstelling tot onze noorderburen in Nederland was het aantal beoefenaars van het schaken in België
eerder beperkt.  De Nederlanders hadden natuurlijk in de jaren ’30 een heuse wereldkampioen schaken,
 namelijk de legendarische Max Euwe.
België moest het stellen met één speler van het niveau van de toenmalige wereldklasse, de Gentenaar Edgar Colle.  Het schaakleven na de tweede wereldoorlog kwam pas terug goed op gang rond 1950. 
In de provincie Antwerpen had de stad Antwerpen de oudste Belgische schaakclub op haar grondgebied
namelijk de Koninlijke Antwerpse schaakkring, verder in de toen nog zelfstandige randgemeenten
Borgerhout, Merksem en Ekeren waren enkele schaakkringen van start gegaan met een verenigingsleven.. 
Verder in de provincie Antwerpen was er nog een sterke club in Mechelen en een kleine schaakkern in Turnhout.

In de schaakclub van Borgerhout waren een aantal spelers aangesloten die gedomicilieerd waren in de
gemeente Deurne.  Het moet zijn dat de wekelijkse verplaatsing van Deurne naar Borgerhout voor
de clubavonden in die tijd voor sommige schakers zwaar woog. 
In ieder geval vatte enkele schaakpioniers – Jos Verhoeven, Louis Mertens en Jaak Paulussen - het idee op
om met een eigen schaakclub te starten op het grondgebied van de gemeente Deurne. 
De schaakclub van Deurne ontstond dus eigenlijk door een “afscheuring” van enkele spelers uit
de bestaande schaakclub Borgerhout.
Het woord afscheuring is in deze context een groot beladen woord, schaakkring Deurne werd gedoopt
in alle vriendschap met schaakkring Borgerhout.  En die vriendschap is altijd gebleven,  tot op heden
zijn S.K. Borgerhout en S.K. Deurne gezonde schaakrivalen maar in de eerste plaats erg bevriende clubs.  Gelukkig kan dit nog in de huidige sterk prestatie-gerichte samenleving … 

In 1958 startte de jonge schaakclub Deurne dus op zelfstandige basis. 
De eerste 10 jaar van haar bestaan beperkte het toenmalige bestuur zich tot het opbouwen van
een goed, aangenaam en degelijk clubleven. 
Er werd gekozen om op vrijdagavond en zondagmorgen te schaken (dit in tegenstelling met de
donderdagavond van schaakkring Borgerhout), het speellokaal was café Tubbax aan de Turnhoutsebaan
in Deurne niet ver van het alom bekende Rivierenhof. 
Het accent van het clubleven werd vooral gelegd op het schaakspel als “vrije tijdsbesteding”, spel, ontspanning.

Er werd voorzichtig ingeschreven en deelgenomen aan de provinciale clubcompetitie, het alom bekende
“Zilveren Toren”-tornooi. 
Op organisatorisch vlak neemt de jonge kring een prachtig initiatief : het bestuur organiseert een Kersttornooi
op de laatste vrijdag voor kerstavond.  Dit tornooi blijkt een enorm succes, en de Antwerpse schakers komen
er graag naar toe.  Het is als het ware een laatste ontmoetingsplaats voor de Antwerpse schakers
voor het jaareinde.  Tot op heden is schaakkring Deurne dit gezellige ééndagsschaaktornooi blijven organiseren
en in 2009 wordt reeds de 50° editie aan schakend Antwerpen gepresenteerd. 
Een bestseller op de schaakkalender van elke schaakspelende Antwerpenaar . 

Vanaf 1966 komt er een generatie - vooral jonge spelers - zich aansluiten bij schaakkring Deurne die vooral hogerop willen in favoriete hobby “schaken”. 
Dit was eigenlijk ongehoord voor de toenmalige stichters die niet zo “competitie-minded” waren. 
De stichters vreesden een beetje het familiale karakter van de schaakclub te verliezen maar dit viel al bij al best mee.  De gebroeders Decombes, de gebroeders Van Herck en Robert Schuermans begonnen er voor te zorgen
dat schaakkring Deurne zijn schaakwoordje begon mee te praten in de provinciale clubcompetitie,
Deurne werd een gevaarlijk outsider voor de eindoverwinning in het “Zilveren Toren-tornooi. 
In 1970 was het inderdaad zover en schaakkring Deurne kreeg het etiket van “sterke” schaakclub in het Antwerpse.  Persoonlijke successen vielen er ook te noteren in 1970 want Paul Van Herck en Robert Schuermans slaagden erin zich te kwalificeren voor het individuele eindtornooi van het kampioenschap van België van schaken.

Ongehoord in tijd dat een speler uit een relatief kleine schaakclub zich ging mengen bij de elite-schakers van de grootsteden.  Er waren nog geen titels weggelegd voor beide jeugdige Deurnese spelers maar schaakkring Deurne stond op de tabellen van het kampioenschap van België.  Een mooie stukje schaakgeschiedenis was begonnen … 

In 1976 wordt er opnieuw een belangrijke bladzijde geschreven in de geschiedenis van schaakkring Deurne. 
De schaakclub van Deurne had haar ledental stilaan uitgebouwd naar een 30-tal leden en zoals reeds hierboven gezegd daar zaten er een paar met talent tussen.  En goede sterke schakers trekken andere schakers aan, ook van buiten de gemeente Deurne en de schaakkring kreeg dus het potentieel om deel te nemen aan de nationale schaakcompetitie.  Opnieuw zagen de voormalige stichters dit met argwaan gebeuren maar toch waren zij wel ergens fier van binnen in hun schaakhart. 

Schaakkring Deurne moest beginnen in de laagste 4° afdeling van de Belgische schaakcompetitie.
Het werd een ongezien succesverhaal : in één ruk werd in 3 jaar de sprong gemaakt van 4° afdeling naar de hoogste 1° afdeling.  De finale promotie-match in 2° afdeling tussen M.S.P. Mariekerke (uit Gent) en Deurne was een triller van het zuiverste gehalte met een 2,5 – 3,5 score in het voordeel van Deurne. 

En nog in de jaren zeventig ging schaakkring voor de eerste keer de internationale toer op : in 1977 werd deelgenomen aan een heus internationaal schaaktornooi in Duitsland op de Amerikaanse legerbasis van Bittburg.  Een ervaring om nooit te vergeten. 

In de jaren tachtig verdedigde schaakkring Deurne zijn plaats in de hoogste nationale afdeling met brio. 
Het schaakleven in België veranderde sterk en sommige schaakclubs gingen zich versterken met spelers tegen betaling.  Toen de muur in Berlijn viel in 198
9 was er een aanbod van oostblokschakers (sowieso altijd doorwinterde schakers) die tegen betaling hun diensten aanboden. 
Schaakkring Deurne deed hier niet aan mee omdat we eerst en vooral hier niet de nodige financiën bezaten maar ook omdat het bestuur opteerde om met eigen Belgische spelers of  eigen clubspelers die in het Antwerpse leefden en woonden  aan te treden in de diverse schaakcompetities.  Die keuze werkte bijzonder goed want in 1986 werden wij vice-kampioen van de nationale clubcompetitie in België.  Een resultaat dat nog altijd te boek staat als onze beste prestatie op clubniveau. 

Er gebeurde echter ook nog meer op individueel vlak, sommige spelers uit Deurne werden sterk en veroverde de titel van kampioen van België (Ronny Weemaes – 2 keer, Thierry Penson -  1 keer, Robert Schuermans – 1 keer).  Er kawm ook een kleine tengere dame onze rangen versterken Greta Foulon en zou 4 keer de nationale damestitel naar Deurne meebrengen.
Deze “kampioenen”droegen verder de naam uit van schaakkring Deurne wat zij werden geselecteerd voor de Belgische nationale ploeg. Op de schaakolympiades (éen van de sterkste schaaktornooien zagen wij dus
spelers van Deurne aan het werk. Leden van schaakkring Deurne die schaakspelen in Malta, Thessaloniki, Dubai, Novi Sad : wie had dat kunnen denken in 1958.  

En soms moet je wat geluk hebben in je bestaan als schaakclub : in het Antwerps havengebied kwam een Joegoslavisch speler werken in de petrochemische nijverheid.  Deze man wou ook nog wel een beetje schaken in zijn weinig vrije tijd en sloot zich aan bij Deurne. Toen bleek deze man een voormalige topgrootmeester te zijn geweest in zijn vaderland Joegoslavië, Andryia Fuderer was zijn naam en in 1955 even kandidaat voor de wereldtitel schaken.  Meteen had schaakkring Deurne voor het eerst een grootmeester op zijn ledenlijst, wij hebben fijne momenten meegemaakt met deze weliswaar oude maar o zo minzame man. 

In de jaren ’90 kreeg schaakkring Deurne het moeilijk om zijn plaats te behouden in de hoogste nationale afdeling.  Door de professionalisering in het schaken werd het voor onze mensen schaakamateurs “puur sang” moeilijk om het hoofd boven water te houden.  De rol van schaakkring Deurne werd er één van degraderen uit 1° nationale en terug promoveren uit 2° nationale afdeling, m.a.w. wij werden als team iets te zwak voor de ploegen uit de hoogste afdeling en iets te sterk voor de teams uit 2° nationale afdeling.  Maar wij bleven onze principes trouw : geen spelers uit het buitenland “even” laten overkomen tegen de nodige centen, liever vechten met onze eigen spelers en spelen voor onze eigen fierheid.  En zo werd het in de ’90 jaren dus tweemaal degraderen maar ook twee keer opnieuw stijgen en die trend zet zich verder in de 21° eeuw. 

In het speelseizoen 2005/2006 spelen we voor de laatste keer in de hoogste afdeling maar degraderen opnieuw na een niet zo slecht seizoen.  Maar de buitenlandse overmacht blijft te groot. 

Maar er is een verheugende nieuwigheid in schaakkring Deurne : onder impuls van enkele ambitieuze senioren (Dirk Verlinden, Dirk Rosiers en Roger Bruynseels) wordt met een jeugdwerking gestart op zondagmorgen. 
Na een aarzelend begin lijkt de jeugd nu stil aan de weg te vinden naar schaakkring Deurne. 
Onze locatie is nu het cultureel centrum Rix in Deurne en er wordt dus gebouwd aan de toekomst voor onze schaakclub.  De topspelers van de jaren zeventig en tachtig worden stuk voor stuk een beetje ouder en aflossing van de wacht dringt zich op. 
Het lijkt er op dat dit gaat gebeuren en dat is misschien wel het mooiste objectief in ons 50° levensjaar.
De jeugd begint tegenwoordig op jonge leeftijd te schaken en het is dan ook een zalig gevoel om zeven-, acht- en negenjarigen met de schaakstukken bezig te zien. 
De toekomst van schaakkring Deurne kan er alleen maar goed bij varen …